
Altijd weer spannend, voor de eerste keer spanning aansluiten.
De netschaklaar is reeds hersteld en de buizen zijn verwijderd.
Eerst met de ohmmeter de wikkelingen van de nettrafo nameten om te zien of er geen onderbrekingen en of sluiting tussen de wikkelingen aanwezig is.
Dit bleek geen afwijkingen te vertonen dus kan de netspanning worden aangesloten.
Met behulp van een variac met netscheiding en een 60 Watt gloeilamp in serie wordt de spanning voorzichtig opgedraaid naar 220 Volt.
Ondertussen met een voltmeter de secundaire spanning in de gaten houden of deze voldoende hoog wordt, deze bereikt een waarde van 375 Volt.
Dit gaat dus goed en ook het schaalverlichtingslampje brand prima.
Totdat na ca 10 minuten er een sissend geluid en een rookpluim onder het chassis vandaan komt.
De ratelcondensator die parallel aan de secundaire hoogspanningswikkeling zit heeft de geest gegeven.
Nu kon ik dat van te voren wel bedenken want deze condensatoren zijn eigenlijk altijd defect en kunnen dus beter preventief vervangen worden.
Nu is het zo dat een moderne knalgele condensator geen gezicht is dus wordt deze verstopt in de originele behuizing.
Dit gaat perfect omdat in die tijd de condensatoren in een pertinax of glazen hulsje waren ondergebracht en aan de uiteinden met een teerpropje waren afgesloten.
Met een electrische verfbrander wordt de oude condensator warm gemaakt en dan kan zo de gehele inhoud eruit getrokken worden.
Nu wordt de nieuwe condensator in het hulsje gestoken en de beide teerpropjes weer aangebracht en je ziet er werkelijk niets meer van.
Tenslotte op de foto van boven naar beneden: De gerestaureerde condensator , de nieuwe inhoud en de oude inhoud.